Variatie in training maakt spelers creatiever

Op de website van KNVB wordt er meer uitgelegd over differentieel leren bij het voetbal. Het klinkt ingewikkeld, maar in feite is het niet meer dan het aanbrengen van variatie om een speler onbewust zelfstandig op zoek te laten gaan naar oplossingen. “Het komt erop neer dat je spelers iedere keer verrast met nieuwe bewegingsproblemen”, aldus Danny Wals, specialist op het gebied van differentieel leren. Uit de wetenschap blijkt dat differentieel leren de potentie heeft om creatievere en vaardigere voetballers op te leiden. Zaalvoetbal biedt trainers en Hoofden Opleidingen een groot extra arsenaal aan mogelijkheden als het gaat om differentieel leren.

Andere keuzes

“Er zijn drie aangrijpingspunten waarop differentieel leren kan plaatsvinden”, aldus Wals. “Je kunt variatie aanbrengen in de omgeving, de taak en het individu. Voor een trainer is het lastig om het individu te beïnvloeden, maar als het gaat om de omgeving en de taak kan dat wel. Zaalvoetbal heeft bijvoorbeeld een andere ondergrond, maar er is meer: je speelt vijf tegen vijf en je moet de bal niet ingooien, maar inpassen, noem maar op. De essentie van het spel is hetzelfde, maar de regels zijn anders, het spel is sneller, er wordt gespeeld met een andere bal, en je moet als speler soms andere keuzes maken om het spel te winnen.”

Verenigingen kunnen zaalvoetbal bewust inzetten om hun spelers ook op het veld beter te maken. Wals: “Het kan op allerlei manieren, maar zaalvoetbal draagt bij aan differentieel leren. Overigens is differentieel leren geen doel op zich. Het gaat erom dat je spelers creatiever en vaardiger maakt. Dat kan bijvoorbeeld door in de winter een aantal zaaltoernooien te organiseren, door wekelijks een extra training in de zaal te doen of door mee te doen in zaalvoetbalcompetities.”

Structuur

Wals benadrukt dat het belangrijk is structuur aan te brengen. “Je kunt wel zomaar op niets af een paar keer gaan zaalvoetballen, maar als je echt iets wil bereiken moet je zorgen dat je continu verandering aanbrengt. Als zaalvoetbal het spel is waar je vanuit gaat, moet je daar variaties op gaan aanbrengen. Je kunt bijvoorbeeld met grotere of kleinere doelen spelen; je kunt van bal veranderen; je kunt met ondertal tegen overtal spelen; maar je kunt spelers ook op taak beperken, bijvoorbeeld door ze te verplichten alleen maar met één been te spelen.”

Een van de manieren waarop verenigingen concreet met differentieel leren in combinatie met zaalvoetbal aan de slag kunnen, is door het organiseren van toernooitjes. Wals: “Als je de op de accommodatie beschikt over verschillende ondergronden kan dat heel makkelijk. Je kunt dan wedstrijden laten spelen in de zaal, op natuurgras, op kunstgras, op pleintjes en zelfs beachsoccer. Daarnaast kun je variëren met de doelen, de ballen, je kunt het veld asymmetrisch maken, noem maar op. Als trainer of als vereniging kun je een paar keer per seizoen zo’n toernooitje organiseren en aan het eind van het seizoen komt er een individuele winnaar uit. Het werkt motiverend voor de spelers en ze leren er veel van.”

Leeftijdscategorieën

In welke leeftijdscategorieën kunnen verenigingen met differentieel leren aan de slag? “Er is nog niet veel bekend over de leeftijd waarop deze leervorm ideaal is”, aldus Wals. “Het is wel makkelijker met jonge kinderen die net met voetbal beginnen, omdat zij nog niet echt in het stramien zitten. Met oudere spelers zul je als trainer meer weerstand ervaren en zij zullen in het begin ook het idee hebben dat ze er niet veel van leren. Volwassenen zijn gewend lineair te leren en bij differentieel leren, leer je impliciet, door ervaring niet door uitleg. Je wordt onbewust uitgedaagd en gedwongen om oplossingen te verzinnen. Daardoor wordt het meteen in het langetermijngeheugen opgenomen. Uit tests is gebleken dat het gemeten leerrendement van een ouderwetse training direct na de training hoger is, maar als je drie weken later nog eens test blijkt het rendement van differentieel leren hoger te liggen.”

Toch is differentieel leren niet de oplossing voor alle trainersvraagstukken. Wals: “Als je bijvoorbeeld een specifiek spelpatroon wil inslijpen is het minder geschikt. Als het gaat om het herkennen van problemen en het op een duurzame manier leren omgaan met veranderingen, is het juist wel heel geschikt. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat voetbal per definitie differentieel leren is en zaalvoetbal is een mooie variant om mee te werken.”

 

Voorbeeldtoernooi differentieel leren

Klik hier voor de opzet van een 4x4 toernooi met individuele winnaar om differentieel leren te stimuleren.

 

Lees ook: overzicht met informatie KNVB mbt seizoen 2021/22

 

(bron KNVB)


Geen belangrijke data en/of nieuwsberichten van de KNVB meer willen missen?!? Schrijf je dan in voor de wekelijkse nieuwsbrief van Voetbal Varia